1. Voordat je begint
Bij je Wi-Fi homeplug wordt een Network Login Details flyer geleverd. Deze Flyer bevat een overzicht van de login gegevens van je Wi-Fi homeplug. Bewaar deze goed!
Instellingen kan je wijzigen in het instellingenmenu (GUI) van de homeplug. Om het instellingenmenu (GUI) te benaderen, dien je de gebruikersnaam en het wachtwoord te gebruiken die op de flyer vermeld staan.
2. De homeplugs aansluiten (de niet Wi-Fi homeplug)
Plaats de Socket homeplug in een stopcontact zo dicht mogelijk bij de (modem)router.
Verbind met de meegeleverde netwerkkabel de Socket homeplug met de (modem) router. Aan de onderkant van de homeplug vind je de netwerkpoort en het andere uiteinde van de kabel dient geplaatst te worden in een netwerkpoort van de (modem)router.
3. De homeplugs aansluiten (de Wi-Fi homeplug)
Plaats de Wi-Fi homeplug in het stopcontact. Voor de installatie is het handig om deze tijdelijk in de buurt van de (modem)router te plaatsen.
Als de installatie is afgerond, kan de Wi-Fi homeplug uit het stopcontact gehaald worden en op de gewenste plek worden geplaatst.
4: Wacht vervolgens 1 minuut
5: Verbind de homeplugs onderling
Houd de beveiligingsknop van de Socket homeplug (de niet-Wi-Fi homeplug) voor 10 seconden ingedrukt. De beveiligingsknop vind je aan de onderkant van de Socket homeplug. Na 10 seconden gaat het datalampje (middelste lampje) knipperen.
Als het datalampje niet knippert, raden wij je aan om het nogmaals te proberen.
6: Verbind de homeplugs onderling
Houd de beveiligingsknop van de Wi-Fi homeplug voor 10 seconden ingedrukt. De beveiligingsknop vind je aan de voorkant van de Wi-Fi homeplug. Na 10 seconden gaat het datalampje (middelste lampje) knipperen.
Als het datalampje niet knippert, raden wij je aan om het nogmaals te proberen.
Wacht vervolgens 20 seconden zodat de homeplugs verbinding met elkaar kunnen maken.
7: Verbind de homeplugs onderling
Houd de beveiligingsknop van de Wi-Fi homeplug voor 2 seconden ingedrukt.
8: Verbind de homeplugs onderling
Houd de beveiligingsknop van de Socket homeplug (de niet-Wi-Fi homeplug) voor 2 seconden ingedrukt.
Wacht vervolgens 2 minuten zodat de homeplugs een beveiligde verbinding tot stand kunnen brengen.
9: Controleer de verbinding
Vergelijk de LED’s op je homeplugs met de afbeelding. De groene LED’s dienen te branden.
Na afronden van de installatie, kan de Wi-Fi Homeplug uit het stopcontact gehaald worden en op de gewenste locatie worden geplaatst.
Vanaf nu kan je apparaten draadloos verbinden met je Wi-Fi homeplug. Dit wordt in de volgende stappen uitgelegd.
Branden de juiste LED’s niet? Voer dan de stappen 2 tot en met 8 opnieuw uit.
10: Verbind je PC of Mac met je Wi-Fi homeplug
Volg de volgende instructies om je Windows PC of Mac draadloos te verbinden met de Wi-Fi homeplug.
Windows:
Dubbelklik op het Wi-Fi icoon rechts onderin.
Apple Mac OS:
Klik rechts bovenin op het Wi-Fi icoon.
11: Verbind je PC of Mac met je Wi-Fi homeplug
Windows:
Selecteer de netwerknaam van de Wi-Fi homeplug (deze kan je vinden in de Network Login Details flyer).
Mac:
Selecteer de netwerknaam van de Wi-Fi homeplug (deze kan je vinden in de Network Login Details flyer).
12: Verbind je PC of Mac met je Wi-Fi homeplug
Windows:
Vul het wachtwoord in van de Wi-Fi homeplug (deze kan je vinden onder ‘WPA2 code’ in de Network Login Details flyer). Klik vervolgens op OK.
Mac:
Vul het wachtwoord in van de Wi-Fi homeplug (deze kan je vinden onder ‘WPA2 code’ in de Network Login Details flyer). Klik vervolgens op JOIN.
13: Verbind je PC of Mac met je Wi-Fi homeplug
Windows:
De verbinding is succesvol tot stand gebracht als het Wi-Fi icoon wordt getoond zoals in de afbeelding.
Mac:
De verbinding is succesvol tot stand gebracht als het Wi-Fi icoon wordt getoond zoals in de afbeelding.
14: Klaar! Je kunt nu internetten via de Wi-Fi homeplug
